20200114 Uitspraak geschillencommissie Huisartsenzorg
Klaagster verwijt verweerder – bestuurder [naam] - in de kern weergegeven: 1.dat de huisarts haar het geneesmiddel Amfexa heeft voorgeschreven terwijl bekend was dat zij hiervan een psychose kon krijgen; 2. dat de huisarts het middel heeft voorgeschreven zonder toezicht van een psychiater; 3. dat de huisarts in plaats van dexamfetamine, Amfexa heeft voorgeschreven.
Ad 1. De vraag waar de commissie zich voor gesteld ziet is of de huisarts op de hoogte was dan wel had moeten zijn van het risico dat klaagster van Amfexa/dexamfetamine psychotisch kon worden. Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet worden vastgesteld of de ontslagbrief van 20 september 2011 van de GGZ instelling [naam], waarin – samengevat - de volgende conclusie staat: “Psychotische stoornis NOA Hoofd Misbruik van amfetamine. Differentiaal diagnostisch kan er sprake zijn geweest van een psychose door een middel”, in het bezit was van gezondheidscentrum [naam].
De commissie oordeelt dat op grond van de stukken niet is komen vast te staan dat de brief van 20 september 2011 van [naam], in het dossier van klaagster zat, waardoor de huisarts had kunnen weten dat het gebruik van Amfexa/dexamfetamine bij klaagster een psychose zou kunnen veroorzaken. Dit wil volgens de commissie niet zeggen dat het woord van klaagster minder geloof verdient dan dat van de verweerder, maar dat de commissie niet bewezen acht dat de brief van 20 september 2011 van [naam], in het dossier zat. Daarmee kan naar het oordeel van de commissie niet worden vastgesteld dat de huisarts op de hoogte was van de mogelijke risico’s van het gebruik van Amfexa/dexamfetamine voor klaagster. De commissie acht dit klachtonderdeel ongegrond.
Ad 2. Vast staat is dat de huisarts bevoegd is om Amfexa/dexamfetamine voor te schrijven mits aan bepaalde zorgvuldigheideisen, waaronder regelmatige controles, is voldaan. Op basis van het dossier en de onderliggende stukken oordeelt de commissie dat de huisarts klaagster regelmatig ter controle op het spreekuur heeft gezien waar onder meer de medicatie werd besproken. De commissie volgt klaagster daarom niet in haar standpunt dat er geen controle/toezicht door de huisarts is geweest op het gebruik van Amfexa/dexametafine. In dit specifieke geval met de expertise van de huisarts en de kennis die zij had over deze zaak, oordeelt de commissie dat zij zich terecht bekwaam heeft geacht om deze handeling uit te voeren. De commissie acht dit klachtonderdeel ongegrond.
Ad 3. Dexamfetamine is een generiek geneesmiddel en wordt gebruikt voor onder andere ADHD. Het middel wordt in Nederland ook verkocht onder de merknaam Amfexa. In de merkmedicatie Amfexa zit dezelfde werkzame stof als in het generieke middel, dexamfetamine. Onweersproken is dat klaagster dexamfetamine langere tijd zonder problemen heeft geslikt. De commissie is van oordeel dat de huisarts daarmee niet onzorgvuldig heeft gehandeld door klaagster Amfexa voor te schrijven en acht ook dit klachtonderdeel ongegrond.
Klager vordert een schadevergoeding van € 25.000,00. Nu het geschil ongegrond is verklaard, komt de commissie ook niet toe aan een beoordeling van de gevorderde schade.